-
1 emmerder
emmerder [ãmerdee]〈 vulgair〉♦voorbeelden:3 je l'emmerde • hij kan me wat, hij kan de pot opje les emmerde • ze kunnen barstenêtre salement emmerdé avec qc. • lelijk in zijn maag met iets zitten1 zich stierlijk, kapot vervelen♦voorbeelden: -
2 enquiquiner
enquiquiner [ãkiekienee]〈 informeel〉1 vervelen ⇒ op de zenuwen werken, pesten, zuigen♦voorbeelden:je suis bien enquiquiné • ik zit aardig in de puree -
3 vent
vent [vã]〈m.〉1 wind ⇒ lucht(verplaatsing), windrichting♦voorbeelden:vent du large • zeewindun vent de révolte • een revolutionaire geestvent arrière • rugwind, wind in de rugquel bon vent vous amène? • hoe komt u hier opeens?bon vent! • goede reis!; 〈 schertsend〉opgeruimd staat netjes!vent contraire • tegenwindvent coulis • tochtaux quatre vents • uit alle windstrekenaller comme le vent, plus vite que le vent • vliegensvlug zijnavoir vent de • lucht krijgen van〈 spreekwoord〉 autant en emporte le vent 〈 dat zijn ijdele beloften〉fendre le vent • haast hebben〈 spreekwoord〉 qui sème le vent récolte la tempête • die wind zaait, zal storm oogstenvendre du vent et de la fumée • loze beloften doenil y a du vent, il fait du vent • het waaittourner, virer à tout vent, à tous les vents, au moindre vent • met alle winden meedraaien, erg wispelturig zijnle vent était à l'optimisme • er was een neiging tot optimismeau vent • met wind meevenir au vent • oploevencontre vent(s) et marée(s) • ondanks alle moeilijkheden, tegenkanting, tegen wind en stroomêtre dans le vent • in de mode zijn〈 scheepvaart〉 avoir le vent dans le dos, dans les voiles, en poupe • de wind mee hebben 〈 ook figuurlijk〉〈 figuurlijk〉 avoir du vent dans les voiles • in de wind, olie zijnc'est du vent, ce n'est que du vent • dat stelt niets voorm -
4 peuple
peuple1 [pupl]〈m.〉3 massa ⇒ volk, klootjesvolk♦voorbeelden:le peuple chrétien • de christenenle peuple élu • het uitverkoren volkle petit, menu, bas peuple • het mindere volksortir du peuple • uit het gewone volk voortkomense moquer du peuple • maling hebben aan de mensen————————peuple2 [pupl]1 volks(-) ⇒ ordinair, achterbuurt-m1) volk2) bevolking3) gewone volk, massa4) mensen -
5 jeter au vent
jeter au vent -
6 se moquer du peuple
se moquer du peuple
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский